De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een fiscale regeling in Nederland, vastgelegd in artikel 3.41 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Deze regeling is ontworpen om investeringen in het midden- en kleinbedrijf (MKB) te stimuleren, een beleidsdoel dat de wetgever nastreeft door bepaalde investeringen af te trekken van de belastbare winst. Het primaire doel van de KIA is het bevorderen van economische activiteit en groei binnen kleinere bedrijven. De regeling is voortgekomen uit de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 en behoudt veel van zijn kernbegrippen, waardoor bestaande jurisprudentie nog steeds relevant is voor de interpretatie en toepassing van de huidige KIA.

De KIA maakt een deel van de investeringen van een onderneming aftrekbaar van de winst. Een belangrijk kenmerk van de KIA is dat deze niet afhankelijk is van de grootte van de onderneming of de behaalde resultaten. Zelfs bedrijven in een verliespositie kunnen aanspraak maken op de KIA, aangezien de aftrek gebaseerd is op de totale omvang van de investeringen in het kalenderjaar. De berekening van de KIA is sterk afhankelijk van de omvang van de investeringen. De wet voorziet in een dynamische tabel met percentages die variëren op basis van het totale investeringsbedrag binnen een kalenderjaar. Voor 2024 gelden de volgende drempels en percentages:

Investering (€) Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
niet meer dan €2.800 0%
€2.801 t/m €69.765 28% van het investeringsbedrag
€69.766 t/m €129.194 €19.535
€129.195 t/m €387.580 €19.535 verminderd met 7,56% van het deel boven €129.194
meer dan €387.580 0%

Niet alle investeringen komen in aanmerking voor de KIA. Investeringen in bepaalde uitgesloten bedrijfsmiddelen of aangegaan met uitgesloten partijen worden niet meegenomen in de berekening. Daarnaast geldt voor ondernemingen met een gebroken boekjaar dat de investeringen over de betrokken kalenderjaren worden verdeeld.

Voor samenwerkingsverbanden, zoals vennootschappen onder firma, wordt de KIA berekend over de gezamenlijke investeringen. Dit voorkomt dat grote samenwerkingsverbanden met vele deelnemers onevenredig voordeel halen uit de KIA door hun investeringen te ‘verknippen’. Een recente wijziging in 2021 vereist dat investeringen buiten het samenwerkingsverband moeten worden samengevoegd met investeringen binnen het samenwerkingsverband voor de KIA-berekening.

Bij de belastingaangifte kan de ondernemer kiezen om gebruik te maken van de KIA. Deze keuze is niet verplicht en kan worden herzien tot het moment dat de aanslag onherroepelijk vaststaat. Het is belangrijk te beseffen dat na vaststelling van de aanslag een verzuim om de KIA aan te vragen niet meer hersteld kan worden.

De KIA is een belangrijk instrument voor kleine en middelgrote ondernemingen om hun investeringen fiscaal aantrekkelijker te maken. Door gebruik te maken van deze aftrek kunnen bedrijven investeren in groei en ontwikkeling, terwijl ze tegelijkertijd profiteren van fiscale voordelen. Het is essentieel voor ondernemers om op de hoogte te blijven van de laatste wijzigingen en voorwaarden van de KIA om optimaal van de regeling te profiteren. Voor een gedetailleerde berekening en optimaal gebruik van de KIA is het aan te raden om een fiscaal adviseur te raadplegen.

Conclusie

De KIA blijft een waardevol instrument voor het MKB om investeringen te stimuleren en fiscale voordelen te benutten. Door op de hoogte te blijven van de actuele regelgeving en nauw samen te werken met fiscale experts, kunnen ondernemers optimaal profiteren van deze regeling en hun bedrijfsvoering versterken.