Droomt u ervan om met uw Nederlandse bedrijf de Duitse of Belgische markt te veroveren? U opent een kantoor, start een werkplaats of richt een verkooplocatie in. Op dat moment krijgt u fiscaal te maken met het begrip ‘vaste inrichting’. Een vaste inrichting is geen aparte juridische entiteit zoals een dochter-BV, maar een onderdeel van uw Nederlandse onderneming in het buitenland. Dit heeft belangrijke fiscale gevolgen. In dit artikel leggen we uit wat een vaste inrichting is, wanneer u er een heeft en wat de consequenties zijn voor de belastingheffing.
Wanneer is er sprake van een vaste inrichting?
De Belastingdienst kijkt heel praktisch naar de situatie. Er is sprake van een vaste inrichting als u in een ander land een bedrijfsruimte heeft die voldoende is uitgerust om zelfstandig te functioneren en vanuit waar u goederen of diensten levert. Denk hierbij aan (belastingdienst):
- Een winkel of andere vaste verkooplocatie.
- Een werkplaats of fabriek met een kantoor.
- De plek van waaruit de leiding van de onderneming wordt gevoerd.
Wat is het juist niet?
Bepaalde ruimtes worden expliciet niet als vaste inrichting gezien, omdat ze slechts een ondersteunend karakter hebben. Voorbeelden zijn:
- Een opslagruimte of goederendepot.
- Een kantoor dat uitsluitend wordt gebruikt voor reclame, onderzoek of het verzamelen van informatie.
- Een vakantiewoning die u verhuurt.
De fiscale gevolgen van een vaste inrichting
Als u een vaste inrichting heeft, heeft dat twee belangrijke consequenties voor uw winstbelasting.
- Belasting betalen in het buitenland
Het land waar uw vaste inrichting is gevestigd, mag belasting heffen over de winst die specifiek door die inrichting wordt behaald. U moet de winst dus eerlijk verdelen tussen het Nederlandse hoofdkantoor en de buitenlandse vestiging. Dit moet gebeuren alsof het twee losse bedrijven zijn die met elkaar handelen tegen zakelijke prijzen (het ‘at arm’s length’-beginsel). - Vrijstelling in Nederland (de objectvrijstelling)
Gelukkig hoeft u niet twee keer belasting te betalen. Dankzij de ‘objectvrijstelling’ in Nederland is de winst van uw buitenlandse vaste inrichting hier vrijgesteld van vennootschapsbelasting. De winst is immers al in het buitenland belast. Let op: deze vrijstelling geldt ook voor verliezen. Een verlies van de buitenlandse vestiging is dus in principe ook niet aftrekbaar in Nederland.
Conclusie en Advies
Het hebben van een vaste inrichting in het buitenland heeft directe fiscale gevolgen. U moet een deel van uw winst toerekenen aan het buitenland en daar belasting betalen, terwijl u in Nederland een vrijstelling krijgt. De regels voor het correct verdelen van de winst zijn complex en de internationale belastingverdragen zijn gedetailleerd. Een juiste aanpak is cruciaal om dubbele belasting of discussies met de Belastingdienst te voorkomen. Bent u internationaal actief of heeft u plannen om de grens over te gaan? Neem dan contact met ons op. Wij zorgen ervoor dat uw structuur fiscaal optimaal is en u aan alle regels voldoet.
Bron: https://wetten.overheid.nl/BWBR0011353/2025-03-15