De Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 regelt de belastingheffing over de winst van rechtspersonen, zoals besloten en naamloze vennootschappen (BV’s en NV’s), coöperaties, en bepaalde stichtingen en verenigingen in Nederland. Deze belasting wordt geheven over de winst die een onderneming in een boekjaar realiseert, na aftrek van toegestane kosten en afschrijvingen. De vennootschapsbelasting is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse belastingstelsel, aangezien het bijdraagt aan de overheidsinkomsten.
Het tarief van de vennootschapsbelasting is progressief, met verschillende tarieven voor verschillende winstniveaus. Er is een lager tarief voor de eerste schijf van de winst (het zogenaamde ‘opstaptarief’), om kleinere ondernemingen te ondersteunen, en een hoger tarief voor winsten die deze drempel overschrijden. Deze tarieven kunnen jaarlijks wijzigen op basis van fiscaal beleid en economische omstandigheden.
Het voornaamste verschil tussen de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting is dat de vennootschapsbelasting uitsluitend van toepassing is op winsten van rechtspersonen, terwijl de inkomstenbelasting geheven wordt op het persoonlijke inkomen van natuurlijke personen (zoals werknemers, zelfstandigen, en DGA’s). In de praktijk betekent dit dat een ondernemer die een eenmanszaak of VOF runt, belasting betaalt over zijn bedrijfswinst via de inkomstenbelasting, terwijl een BV of NV belasting over de winst betaalt via de vennootschapsbelasting.
Een ander belangrijk verschil is de mogelijkheid van winstuitkering. Bij ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen, kan winst na belasting worden uitgekeerd aan aandeelhouders in de vorm van dividend. Deze uitkeringen worden vervolgens belast in Box 2 van de inkomstenbelasting (belasting over inkomen uit aanmerkelijk belang) bij de ontvangers van het dividend.
De Wet op de Vennootschapsbelasting bevat diverse regels en uitzonderingen, zoals regels voor de aftrekbaarheid van kosten, de behandeling van verliezen, en specifieke bepalingen voor multinationale ondernemingen. Ook fiscale stimuleringsmaatregelen, zoals de innovatiebox voor winsten uit innovatieve activiteiten, vallen onder deze wet. Het is een complexe wet die vereist dat ondernemingen nauwkeurig hun winst en aftrekposten berekenen en rapporteren.